Wie kernenergie zegt, moet ook kernbom zeggen
Elk civiel kernenergie-initiatief maakt de totale vernietiging van onze habitat waarschijnlijker
“De technische ontwikkeling van de technologieën van geweld heeft nu het punt bereikt waarop geen enkel denkbaar politiek doel overeenkomt met hun destructieve potentieel of hun gebruik in gewapende conflicten rechtvaardigt” – Hannah Arendt
In 1969, op het hoogtepunt van de nucleaire wapenwedloop in de Koude Oorlog, reflecteert Hannah Arendt op het principe van “mutually assured destruction” (MAD): kernbommen waren in deze tijd zo krachtig geworden dat een nucleair conflict een einde zou maken aan al het menselijk leven op aarde. Een gewelddadige gebeurtenis van een dergelijke omvang kan door geen enkel politiek of strategisch belang worden gerechtvaardigd, betoogt ze.
Vanaf de zeedijk in Vlissingen zie je, in de verte, aan de andere kant van de haveningang, het kleine koepelvormige silhouet van kerncentrale Borsele. Op een zomerdag licht het dak mooi op in het zonlicht, als een wit baken van onschuld lijkt het gebouw het idee van vrijwel onbeperkte schone energie-provisie – het stokpaardje van haar eigenaar, energiemaatschappij EPZ – grijpbaar te maken. Hier aan de Westerschelde met haar vreedzame kerncentrale lijkt Arendts meer dan 50 jaar oude reflectie op het gewelddadige potentieel van nucleaire technologie irrelevant. Het gaat hier per slot van rekening alleen om civiele toepassingen, toch?
Hier kom ik straks op terug, maar laten we eerst de actuele gebeurtenissen bekijken die de aanleiding zijn voor deze tekst. Sinds een paar jaar gaan er stemmen op voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales naast de bestaande centrale in Borsele. Vergevorderde plannen circuleren in de regionale en – mondjesmaat – landelijke media en worden tijdens door overheidsinstanties georganiseerde ‘informatiebijeenkomsten’ aan de bevolking gepresenteerd. Volgens een groot aantal volksvertegenwoordigers is de bouw van nieuwe kerncentrales “noodzakelijk”. Blijkbaar is er nu eenmaal een bepaalde, onveranderlijke energiebehoefte en de enige manier om de CO2 uitstoot genoeg terug te dringen om de klimaatdoelen te halen is volgens hen het opwekken van meer kernenergie.
Hoewel het merendeel van de regionale bevolking de plannen op Calvinistisch-fatalistische wijze lijkt te accepteren (“je houdt het toch niet tegen”) en het project buiten de provincie nauwelijks ter sprake komt klinkt er hier en daar ook wat kritiek. Het meest gehoorde argument onder Zeeuwse tegenstanders is dat de koeltorens en hoogspanningsmasten het uitzicht in het Zeeuwse landschap zouden verpesten. Op landelijk niveau argumenteert Greenpeace dat kernenergie “te duur” is in vergelijking met wind- en zonneënergie
In deze context gaat het lokale actie-initiatief ‘Borsele Voorwaarden Groep’ nu in gesprek met overheidsvertegenwoordigers. De naam van het iniatief geeft hierbij ook de kern van beide bovengenoemde argumenten aan: ze suggereren dat, mits de juiste balans wordt gevonden tussen voor- en nadelen, kerncentrales een acceptabele energiebron kunnen zijn. Als kan worden gegarandeerd dat de kosten laag blijven en niet voor rekening van de belastingbetaler komen zijn nieuw centrales bespreekbaar; als de lokale bevolking er financieel op vooruit gaat en de centrale niet in het zicht staat is het in orde. Of in de woorden van de burgemeester van Borsele: “Enerzijds komt er natuurlijk wel werkgelegenheid bij. Anderzijds: we zijn trots op het landschap. Als we daar hoogspanningsmasten doorheen gaan trekken, vinden we dat niet oké.”
Tegen deze argumenten kan natuurlijk worden ingebracht dat allerlei andere – mogelijk zwaarwegendere – negatieve aspecten van kernenergie niet in de afwegingen worden meegenomen, zoals het onopgeloste vraagstuk van de kernafval-eindberging of de desastreuze milieuconsequenties van uraniummijnbouw. Maar er is ook een veel fundamentelere vraag die deze vorm van argumentatie oproept: is het in het geval van kernenergie überhaupt mogelijk om zinvolle besluiten te nemen op basis van een kosten-baten analyse?
Om deze vraag te beantwoorden moeten we een ander problematisch aspect van kernenergie onder ogen zien: nucleaire technologie is een zogenaamd ‘dual-use item’, "goederen, software en technologie die zowel voor civiele als militaire toepassingen kunnen worden gebruikt". In hun niet-militaire toepassingen kunnen dergelijke producten het welzijn van de burgerbevolking ten goede komen en dus ondubbelzinnig een ethisch doel dienen. Ze kunnen echter ook worden gebruikt als wapens die burgers schade toebrengen, of worden gebruikt in illegale oorlogshandelingen en het plegen van oorlogsmisdaden. Om deze reden verbiedt de Europese Unie alle export van technologie met betrekking tot kernenergie naar de meeste landen buiten de Unie. Een succesvolle civiele nucleaire infrastructuur maakt namelijk ook een kernwapenprogramma mogelijk.
Het invoeren van wettelijke kaders om de proliferatie van dual-use technologie te voorkomen, garandeert echter geenszins dat civiele nucleaire technologie niet wordt toegeëigend voor de ontwikkeling van kernwapens. De geschiedenis van de Urenco fabriek in Almelo is hier een goed voorbeeld van. De uraniumverrijkingsfabriek beschrijft zichzelf als een leverancier van "verrijkingsdiensten voor klanten van nutsbedrijven over de hele wereld" die "een essentiële rol speelt in de wereldwijde nucleaire brandstofcyclus, die de productie van schone en betrouwbare energie ondersteunt". Maar ondanks deze goede bedoelingen van het bedrijf, heeft het een sleutelrol gespeeld in de wereldwijde proliferatie van kernwapentechnologie.
In de jaren zeventig werkte nucleair wetenschapper Abdul Qadir Khan bij het Stork Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium (FDO) in Amsterdam en de Urenco-fabriek in Almelo. Nadat hij niet terugkeerde van een "vakantie" naar Iran, bleek dat Khan grote hoeveelheden geheime informatie over nucleaire processen had gekopieerd en deze vervolgens had doorgespeeld aan onder andere Iraanse en Noord-Koreaanse staatsagenten. Deze spionage-informatie heeft de ontwikkeling van het Iraanse kernwapenprogramma mogelijk gemaakt. Dit incident toont aan dat, ongeacht legislatieve inspanningen, elk civiel kernenergieinitiatief gepaard gaat met een toename van de waarschijnlijkheid dat kernwapens worden geproduceerd.
De relevantie van dit gegeven wordt duidelijk als we terugkeren naar de woorden van Hannah Arendt aan het begin van deze tekst: het destructieve potentieel van kernwapens is dusdanig dat deze de totale vernietiging van onze habitat mogelijk maken. Met andere woorden, vanuit het perspectief van menselijke ervaring is het destructieve potentieel van kernwapens oneindig. Dit betekent dat in de calculatie van een ‘risk-assessment’ – een gangbare quantificatievorm voor gevaarinschattingen – de zwaarte van het incident ‘toename van het aantal kernwapens’ als oneindig groot moeten worden ingeschat. Het bouwen van kerncentrales betekent altijd dat de waarschijnlijkheid dat het aantal kernwapens toeneemt. Ongeacht hoe klein de kans op dit incident is zal het gewicht van dit risico (waarschijnlijkheid * zwaarte incident) in een afweging van haar toelaatbaarheid desalniettemin oneindig groot zijn. Welk mogelijk 'voordeel' van kernenergie zou hiertegen kunnen opwegen?
Bij de beslissing of we elektriciteit willen opwekken met nucleaire technologie is er daarom sprake van een pseudo-dillema. Aan de ene kant biedt de technologie ons een schijnbaar comfortabele manier om grote hoeveelheden CO2-neutrale elektriciteit op te wekken. Aan de andere kant vergroot het de kans op ongecontroleerde verspreiding van kennis om totale vernietigingswapens te maken.
Wat het eerste betreft, is er een duidelijk alternatief: we zouden ons energieverbruik drastisch kunnen verminderen. Dit zal misschien op het eerste gezicht een beperking van comfort in het dagelijks leven tot gevolg hebben, maar voorbeelden uit het verleden en andere gebieden in de wereld laten zien dat het zeker mogelijk is om een vervullend leven te leiden met slechts een fractie van het elektriciteitsverbruik dat we nu in het Globale Noorden als ‘noodzakelijk’ beschouwen. Met andere woorden, het promoten van kernenergie betekent het accepteren van de proliferatie van mogelijkheden voor de totale vernietiging van de wereld, alleen maar om wat alledaags consumentencomfort te kunnen bieden.
Waar het op neerkomt is dat het het beste zou zijn als niemand toegang zou hebben tot nucleaire technologie, ongeacht of de bedoelingen civiel of militair zijn. De dual-use-natuur van kerntechnologie maakt het tot een Doos van Pandora, iets wat de mens beter nooit had kunnen ontdekken. De beste oplossing is misschien om eindelijk eens op zoek te gaan naar een eindbergingsoplossing. Niet voor nucleair afval, maar voor nucleaire kennis. Konden we deze maar in beton gieten, op de bodem van de zee dumpen en alles vergeten wat we er ooit over wisten.
Arendt, H., 1969. On Violence, p.3. New York, NY: Harcourt.
https://nos.nl/artikel/2359014-plan-voor-twee-nieuwe-kerncentrales-tegenstanders-wijzen-op-de-kosten
https://nos.nl/artikel/2359014-plan-voor-twee-nieuwe-kerncentrales-tegenstanders-wijzen-op-de-kosten
https://www.borsele.nl/borselse-voorwaarden-groep-trapt-af-met-minister-jetten
https://wisenederland.nl/artikel/kernafval/
https://policy.trade.ec.europa.eu/help-exporters-and-importers/exporting-dual-use-items_en
https://eur-lex.europa.eu/EN/legal-content/summary/dual-use-export-controls.html
https://www.urenco.com/global-operations/urenco-nederland
https://www.quest.nl/maatschappij/misdaad/a30428696/kernprogramma-iran-almelo/
https://tms-outsource.com/blog/posts/risk-assessment-matrix/